Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Rotterdam, 3 december 1931

R'dam, 3 Dec. '31

Beste Eddy

In haast (ik moet ergens uit eten) een wensch van beterschap met je griep, waarover Bouws me telefoneerde. Ik hoop, dat het niet van ernstigen aard zal zijn; het weer is anders rot genoeg.

Je stukje tegen Opwaartsche Wegen lijkt me niet erg geschikt voor Panopticum; de zaak is van te weinig belang (niemand leest natuurlijk dat flutblaadje) en bovendien vind ik de repliek van dien heer niet de moeite waard om nog eens op terug te komen. Het is zoo'n ‘esoterisch’ gevalletje, dat we er m.i. geen woord meer aan moeten besteden. Belangrijk verschil met ‘het kasteel’, dat óók esoterisch te noemen is, maar door jouw ironie tot een kaakslag wordt voor de lieden met armeluis-argumenten.

Van Lier schreef mij ook een briefje over zijn bezorgde Pa en zijn vers. Ik heb hem nu dadelijk geschreven, of het dan niet onder pseudoniem zou gaan. Het ding is toch veel te aardig, om op zoo'n particulier bezwaartje te blijven hangen. En bovendien: ik heb bepaald vertrouwen in dien v. Lier! Zijn brief was rustig, intelligent en zeer juist in zijn critiek op de opstellen van mej. Schelling, die ik hem gezonden had.

Forum 2 zal bereids ± 15 Jan. verschijnen, om geleidelijk aan ‘over te schakelen’. Dat lijkt me een heel goed idee van Zijlstra; ik heb Marsman nu nog eens aangepord over zijn Reporters.

Ingesloten een briefje van den heere Anthonie Donker (bij gelegenheid graag retour), waarin, dunkt mij, zijn levenshouding weer eens extra duidelijk aan het licht komt. Schrijf spoedig je definitieve adres! Hart. hand je

Menno

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie