E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bellevue, [22 september 1933]

Bellevue, 22 Sept.

Beste Menno,

Je brief vanmorgen ontvangen. Het ziet er treurig uit voor Forum en ik kan me je lust tot opdoeken voorstellen. Maar aan den anderen kant: wàt is er eigenlijk veranderd? Is het optreden van V.d. Voorde nu opeens zóo erg? Die man is zwaar-op-de-hand, maar tenslotte - als met het begin van de nieuwe jaargang in een voorwoord uitdrukkelijk gezegd wordt dat de 2 gedeeltes van elkaar losstaan, dan kunnen wij de Vlaamsche afdeeling ook voor onszelf negeeren, als dat moet. Bovendien: waarom het niet een jaar probeeren, en als het dan in de practijk te erg wordt, dàn uitscheiden? Ik zou alles liever willen, op het oogenblik, dan verslagen zijn tegenover De Stem, etc. Je zegt: ‘als we wat waard zijn, dan...’ etc. maar het is niet waar, en de geschiedenis van Nietzsche had je dat kunnen bewijzen: hoe meer wij waard worden, hoe minder wij uitgegeven zullen worden. Dat is een wet.

Ik las gisteren bij Malraux het stukje van Tielrooy over hem. Dat is nu Holland op zijn sterkst: deze huis-tuin-en-keuken-superioriteit; dit beoordeelen van Malraux' waarden als ‘het leven’ volgens Nick Carter, vanuit welke diepe veroveringen door het individu Tielrooy? Wie is deze Tielrooy? wat deed hij ooit? wat weet hij van de ‘eigenlijke sterken’ etc. af? Ik zou den man in zijn gezicht kunnen spugen, als ik hem ontmoette; dat is ook het eenige wat hij begrijpen en wat hem dus vernederen zou. Precies zoo meende de in Leipzig professor geworden Erwin Rohde dat zijn bevestigde, geconsacreerde levenswijsheid totaal opwoog tegen de rariteiten van zijn mislukten vriend Nietzsche. Die Rohde is voor mij ook een van de bedroevendste individuën in het leven van Nietzsche, dat mij nog altijd hevig ontmoedigt.

Bij dat leven van Nietzsche en bij het stuk van Tielrooy heb ik één ding duidelijk gevoeld: dat menschen als jij en ik elkaar nooit mogen ‘verraden’, voordat wij onszelf verraden hebben. Al de ‘zijlichten’, etc. die wij op elkaar zouden kunnen werpen, beteekenen niets, zijn kinderachtig en pedant vergeleken met de enorme en bezonken smeerlapperij om ons heen. Ook Marsman hoort absoluut tot ons soort, vergeleken bij al die pissebedden. Laat ons front blijven maken tegen de Hollandsche en andere pissebedden, hoe dan ook.

De zaak Forum te zien als een ‘papierzaak’ lijkt me onjuist. Laat ons het een jaar probeeren, en dat conditioneeren. Als wij de boel na een jaar willen opheffen, gaat de naam ook weg, dat moet erbij. En als je de boel alleen aan wilt met mij als mederedacteur, dan in Godsnaam, en ondanks het figuur dat zooiets mij laat slaan bij allen die van mijn uittreden nu al weten. Liever niet, maar als jij werkelijk op deze manier alleen ‘onverminderd’ voortgaat voor je eigen gevoel, vooruit dan maar. Maar zeg jij dan aan Zijlstra dat het een conditie van jou is, en zie gedaan te krijgen dat hij het even goed vindt (of kan het hem eigenlijk heelemaal niet schelen?) Gesteld dat je dit dus gedaan krijgt: een proef van een jaar, dan ook zonder bedenken jij, Marsman en ik, of jij, Vestdijk en ik, aangezien Marsman ook al naar het buitenland gaat. Hollandsche redactievergaderingen houd je dan gewoon op de kamer van Vestdijk, als die nu eenmaal voorgoed invalide blijft. - Ik heb het gevoel dat ik zelf een noodmaatregel toepas met dit voorstel; maar het is billijk dat ik ook wat voor de goede zaak over heb. Oneindig liever ging ik eruit. Als ik evenals jij de Holl. afdeeling ook als een ‘papierzaak’ kon zien, zou ik ook zeggen: opdoeken. Nu wil ik het toch nog probeeren - maar met de conditie dat wij over een jaar de zaak kunnen stop zetten, althans onder den naam Forum (anders zet Zijlstra er 3 andere Hollanders in: bv. Den Doolaard, Donker en Theun de Vries en alles blijft voor het publiek dik in orde) en dat er een scherp-uiteenzettend voorwoord komt - kort maar zonder transigeeren - in nr. 1 van de 3e jaargang.

Wacht nu de antwoorden van Marsman en Greshoff af voor je beslist. Schrijf mij dan wat je zelf ervan denkt. Voel je er dan nog even weinig voor als nu, dan leg ik mij bij voorbaat zonder verder protest neer bij je besluit tot opdoeken, met eere crepeeren, etc.

Nu nog een practische geschiedenis. Je wilt mijn verhalen in November zetten en mij een voorschot* laten zenden in October? best. Maar je vergeet dat er ook nog een groot essay van me ligt over de Liaisons. Wanneer komt dat er dan in? In December? Het is mij goed, maar komt Kostersloot er dan ook nog bij? Dat is ook veel tegelijk.

Wanneer schrijf jij je stuk over Malraux, en waar? Zou je dan niet dezen Tielrooy (en zijn mentaliteit) daarin willen ranselen? Of deze mentaliteit zonder den Tielrooy, als je dat beter vindt (ik, ondanks Nietzsche, voor Holland vooral, nog steeds niet!) Dat stuk van dien idioot is zoo typisch zoo 100% en à la Coster-Van Eckeren weer de bezadigde, wijze - o zoo wijze - Polderlandsche aartslul alweer, dat hij eenvoudig als illustratie behandeld al zoo uitstekend zou zijn. - Die brave Van Eckeren schreef mij onlangs ook een lange brief terug. Hij bedoelde het werkelijk uitstekend, maar ik kon niet meer antwoorden of ik had grof moeten worden en hem zeggen dat ik hemzelf een even erge kloot vond, zij het in de brave gebruiksvorm, als de dreunende Coster. Iemand die uitgaat van het standpunt dat Coster en ik, of Tielrooy en Malraux, feitelijk gelijke waarden vertegenwoordigen en alleen maar andersoortig zijn, kan door ons alleen worden uitgemoerd of genegeerd. (Daarin althans hadden de Fr. surrealisten instinctief de juiste methode gevonden!)

Ernst von Salomon is een jonge Duitscher die meegedaan heeft aan het vermoorden van Rathenau. Die Geächteten zijn zijn ‘memoires’; Die Stadt is een roman. Het rammelt erg en is vol van de troebelen in Duitschland (vol Nick Carter, voor het glimlachende-en-geeuwende schaap Tielrooy) maar het lijkt mij toch heel interessant en hier en daar zelfs sterk. In ieder geval niet om te verwaarloozen, ook als het je tegen zou vallen. Misschien lees je het met dezelfde geboeidheid waarmee je het Braunbuch leest.

Kierkegaard schijnt in het Deensch prachtig te schrijven. Is Angst overigens geheel ongenietbaar? Stuur het mij toch, als je ermee klaar bent. En waar blijven Nietzsche's brieven?

Ik ken de Galgenliederen, tenminste voor een groot deel. Naar de beslissing van Het Vaderland blijf ik met spanning uitzien - ook een beetje in verband met onze 2 maanden ‘verdwijnen’ naar St. Brieuc.

Hartelijke groeten van je

E.

P.S. Ik zend je spoedig Les Pléiades. Lang niet alles erin is goed, maar het begin, en ook sommige stukken in het midden zijn alleraardigst. Ik laat door Pia zoeken naar Fontenelle, Dialogue des Morts, en les Lettres de l'abbé Galiani.

* [E.d.P.n-d.R.:] Erg graag zelfs, dat voorschot: eventueele verhuizing etc. B.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie