E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [9 februari 1934]

Parijs, Woensdag 7 Febr.

Beste Menno,

Dank voor de gezonden 2 stukken, die ik beide met genoegen las. Er wordt hier hevig gevochten - d.w.z. gisteravond, en vanmorgen verkeert Parijs, hoewel onofficieel, in staat van beleg. Je zult het noodige wel uit de krant gelezen hebben. Wij zijn in die richting geweest en hebben een uur in de Deux Magots gezeten, maar het was tusschen twee groote botsingen door, of op dat punt totaal rustig (‘totaal’ bij wijze van spreken, natuurlijk toch vol politie en zwart van kijkers, en in het café zelf vol van allerlei Vaillant-Couturier-achtige individuen, met en zonder lijfwacht.)

Men verwacht alles en niets voor vanavond. Malraux zou vanmiddag vertrokken zijn, maar daar ik geen pneu van hem gekregen heb, veronderstel ik dat hij na gisteravond zijn vertrek heeft uitgesteld. Ik zie hem, denk ik, dan vanavond of morgen.

Al deze dagen - sinds eergisteren - heb ik ontzettend geworsteld met dat stuk voor Klaus Mann. Ik sluit me vandaag op om het coûte que coûte klaar te krijgen; lukt dat, dan gaat het in één enveloppe met dezen brief. Ik heb gisteren op het punt gestaan jou te hulp te roepen - zoo'n walg had ik ervan, en zoo'n hoofdpijn - maar ik bedacht dat je het razend druk hebt. [Of Bep heeft dat voor mij bedacht, want zij is 10 × delicater dan ik in zulke dingen - als je ‘delicaat’ in dezen zin neemt...] Het is noodig dat dit stuk door een van ‘ons’ geschreven wordt; maar persoonlijk heb ik, eerlijk gezegd, even veel lak aan de lezers van Die Sammlung als aan de Hollandsche letteren. - Dit brengt me terug op je stuk over Helman, dat ik zeer goed vind, op de laatste kolom na. Daar wordt het journalistiek gelijkhebberig en goedkoop: dat mopje over Helman's minderwaardigheidscomplex tegenover de critici is jou onwaardig en zegt niets, behalve voor de afschuwelijkste lui van den geestelijken middenstand. Precies dit mopje tapte x jaar geleden ‘Guus’ Defresne over mijn Poging tot Afstand. Ik ben zeker eerlijk genoeg om in dit geval dan voor Helman te antwoorden, en zeker tegenover jou: een minderwaardigheidscomplex tegenover de kritiek is lullax. Ten 1e is het een banale conversatieterm; 2e waar zou het in Godsnaam vandaan moeten komen? - zeg dat nu zelf, jij die godbeter 't toch ook de Hollandsche kritiek kent! Is het feit dat je iemand openlijk je verachting betoont altijd per se een bewijs voor een minderwaardigheidscomplex, dan is het natuurlijk best, maar dan worden we rijp voor de fijne psychologie van Defresne, Theun, en Herman de Man. Ik vind het werkelijk pijnlijk zooiets te lezen en het maakt mij Helman opeens erg sympathiek. [Het heeft ook direct een bijsmaak alsof je je solidair verklaarde (en medeverachte voelt) van collegae-kritici als wijlen Borel, Uyldert en ander vee!] ‘Publiek, ik veracht u met groote innigheid!’ is van Multatuli, en is niet dom maar waar (ondanks de goedkoope dooddoener van waarom-geef-je-dan-uit?); is ook voor jou en mij voor 100% waar. Als er één ding is in Helman dat Bep en mij uit het hart gegrepen is, dan die verzuchting dat hij zich alleen in vertalingen gelezen wenscht. Ik ook, uit den grond van mijn gemoed; en wie van ons niet? Bep heeft gisteren juist over Renier geschreven dat hij zoozeer gelijk had met in het Engelsch te schrijven; - ik zou niet uitsluitend in een andere taal willen schrijven, ook als ik het kon, uit een liefgeworden gewoonte of een verkeerde verteedering voor ‘toch mijn eigen taal’, maar vertalingen zijn het ideaal!

Ik zal Waarom niet? nu met aandacht verder lezen (ik ben nog maar midden in de kinderafdeeling) om te zien of ik het ook zoo banaal en stom vind. - Ik vrees het ergste; maar toch... Helman is mij, ondanks alles, liever dan alle Den Doolaards, Theun de Vriezen, Van Duinkerkens en Donkers. Al was het maar omdat hij evenmin als wij bij diè smakkers hoort, omdat hij ook geen fascist worden zal, en tenslotte, omdat hij, hoe dan ook, toch verreweg het meeste talent heeft van de heele kluit. - Ik ben het verder geheel met je eens dat het aardig blijft, dat hij het succes van De Stille Plantage niet heeft uitgebuit, maar een anti-Hollandsch-publiek-ding geschreven heeft, dat geen meesterwerk is (soit), maar ook geen Klop op de Deur.

Misschien schrijf ik hier straks nog wat bij, ik ga nu aan mijn stuk arbeiden, in goed Nederlandsch gezegd. - Mocht ik geen tijd meer hebben, omdat het anders te laat wordt voor de post, dan gaat dit zóó, met de getypte blaadjes alleen erbij. - Mocht je geen lust hebben om Klaus Mann te zien, stuur hem dan gewoon de copy door met een verzoek, uit mijn naam, om jou de vertaling of drukproeven te zenden. Dank!

Hartelijke groeten, ook aan Ant, van je

E.

P.S. - (Belangrijk.) Kan je me omgaand Sjanghaï van Wagener zenden; met het oog op allerlei technische termen die ik daar misschien kan opdoen. Zoo o.a. de verschillen tusschen ‘regeering’ en ‘bestuur’, ‘oproer’ en ‘opstand’, enz. Graag! vergeet het niet!

Is Forum nog steeds niet uit? Zijlstra zegde mij persoonlijk een gratis-abonnement toe + een 2e exemplaar zoolang Slauerhoff's roman ging (voor correcties daarin). Bovendien zou ik toch minstens een bewijsnr. moeten hebben; en het is vandaag al 7 Febr. Ik dacht dat hij er zoo op gesteld was om den 1en precies te verschijnen? Of is de datum nu vastgesteld op den 5en of zoo? - Mocht Forum wèl den 1en verschenen zijn, wil je dan even (of wil Ant) telephonisch voor mij klagen? Dank ook hiervoor.

Ik maak het je wel lastig, denk ik soms; maar ben tot alle wederdienst gaarne bereid.

Donderdag.

Ik ben lekker weer niet klaar gekomen! Ik verpruts dag aan dag aan dat stuk, dat vast groote snert wordt. De waarheid is - ik merk het nu, want vroeger leefde ik er werkelijk middenin - dat ik geen bal meer geef om de Hollandsche literatuur, en wie er talent hebben en wie niet. Ik schrijf net zoo lief over Van Deyssel als over Marsman, of net zoo lief niet - wat mij dieper raakt heeft met al deze strategie en cultuurhistorie en kunstleer niets meer te maken. Het is gewoon griezelig om dat zóó te voelen bij jezelf (terwijl je het dus blijkbaar niet wist), maar que veux-tu? Heer, geef mij een fraaibezoldigde positie bij de koek-en-beschuitfabrieken!

[E.d.P.-d.R.: Hier is sensationeel nieuws: Eddy heeft gisteravond ontdekt dat hij sterke geestelijke gelijkenis met Maurits Uyldert vertoont! Ik heb hem nog niet kunnen ontwringen, wie zijn Verwey geweest is, maar ik vind het hoog-komisch, en stel me voor hem niet aan dezen zoeten waan te ontrukken zoolang zij duurt.] - Natuurlijk: Uyldert en ik hebben precies dezelfde ‘losgeraaktheid’ van de literaire strijdkrachten.

Dank voor je brief en de opgezochte dingen. Het loopt nooit goed af zoo, deze vertaling - vooral niet als Malraux nu verdwijnt. Merde, merde et merde.

Ik stuur je allerlei boeken; niet alles - een gedeelte gaat naar Hein. Een Vuistslag van ‘Stan’ heb je toch vast al? - of stond dat niet op mijn lijstje? Als je het al hebt, geef dit ex. dan aan Hein. - Dat Vestdijk die Herberg nu ook al mooi vindt is toch al te dwaas. Als poëzie kondigt het zich niet eens aan; het is zuiver magazine-writing over Albaneezen. Er zijn 2 boeken van Karl May die 6 × zoo goed zijn: Door het land der Skipetaren en De Kara-Nirwan-Khan in Albanië. Als je Vestdijk weer ziet, raad ze hem dan aan, en zeg dat hij vooral niet verzuimt er een stuk voor Forum van te maken.

Ik begrijp niets van je afkeer voor De Smeerlapperij, als titel. Het gaat over niets anders, en over voor mijn gevoel niets anders; wat zou ik mij dan verhullen achter ‘niet-ethische’ kamerschutjes? Voor mijn part keeren alle philosofen zich meewarig van me af en loopen alleen nog maar de ouwedames van Borel achter me te dansen. Als het zoover met mij gekomen is, moet dat ook maar blijken. Maar De Smeerlapperij is een pràchtige titel; dat het je zoo spontaan revolteert is al een bewijs dat het ‘pakt’. (Ik was nl. alleen bang dat het niet zou ‘pakken’; ik bedoel: niet zou opvallen.)

En heb je 't gelezen: het ministerie heeft z'n bullen gepakt, na de lui op elkaar te hebben laten schieten.* Niet om aan te blijven, maar om met een klein beetje meer decorum de aars te bergen, die van de heeren Frot (de t wordt uitgesproken) en Daladier, zijn gisteren allerlei kleine luiden geknuppeld, gesabeld en in de buik geschoten. - En jij hebt bezwaar tegen mijn titel?! In ‘smeerlapperij’ zit ook domheid, zit ook knoeien, zit alles. Ik heb nog nooit zooiets raaks gevonden, in mijn heele schrijverscarrière!

Ik schrijf je hierna maar niet veel meer; je hebt toch niet genoeg tijd om te antwoorden. Je wordt opgegeten door de krant, al je geestelijk sperma wordt meteen omgezet in druklettertjes. Je zult zien dat je zelfs voor Forum niets meer schrijven zult; ik rouw er nu al om - terwijl ik je dit schrijf voel ik dat mijn teenen krom gaan staan, dat is een zéér gevaarlijk teeken, vooral bij ‘losgeraakten’.

Ik laat nog een klein beetje papier open, voor als ik eindelijk mijn poepartikel voor Mann ter posterijen kan brengen.

Nogmaals je

E.

* De lieve dochter van de Russen was zoonet hier om erover te morren, over zulke Franschen!

Vrijdagmorgen.

Gelukkig dat ik dat ding gisteravond afgekregen heb, hoewel met hevige hoofdpijn. Als er dingen in staan die je niet al te best vindt, signaleer ze me alsjeblieft vóór je het stuk door geeft; je kunt ze dan zelf nog veranderen. Benieuwd naar je bevindingen over Herr Klaus. - Ik haastte me in de gegeven omstandigheden erg, niet alleen om er van af te zijn, maar met het oog op de aangekondigde staking van het postpersoneel, die voor Maandag is! Dan staat er ook een algemeene staking op het program; je weet niet hoe die dingen in elkaar kunnen grijpen. Er heerscht hier een koortsige sfeer overal, en een ‘revolutie van rechts’ wordt sterk gevreesd. Wschl. geleidelijk, niet à la Hitler, maar toch... - Van Henny kreeg ik een bizonder aardig schrijven uit Mallorca, waar hij Thelen nu ontmoet heeft. Zou Spanje toch niet iets voor ons zijn?

So long. Als de rechtsche - of andere - revolutie mij niet opeet, zal ik toch nog wel eens van me laten hooren.

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie