E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [11 juni 1934]

Parijs, Zondag.

Beste Menno,

Ik las Forum met plezier, en als altijd geboeid het fragment van Vestdijk. Maar het is pijnlijk zooals hij bij Joyce geleend heeft; niet alleen is deze heele ‘monologue intérieur’ van den heer Visser de vrije Hollandsche bewerking van zulke dingen bij den Mr. Bloom van Joyce, maar ik meen dat bij Joyce een identieke schijthuisepisode voorkomt, - en dat is toch wel kras. Dat Vestdijk, zich verwant voelende met Joyce, zich op het ‘systeem’ inspireert, mij best; maar om dergelijke effecten precies zoo toe te passen! De heele episode van de woorden, als generaal thoe Water hem van allerlei verbiedt, en vooral het eind daarvan met de samengestelde woorden, is du Joyce pur, en van het gemaniereerdste. Je moet Vestdijk toch eens vragen welke houding hij hierin aanneemt; ik bedoel: volgens welke opvatting hij erin slaagt zulke absolute pastiches onder eigen naam uit te geven? Zoo goed en oorspronkelijk als ik de ‘monologue intérieur’ van Een, Twee, Drie, Vier, Vijf vond, zoo pijnlijk - en tenslotte oninteressant, vond ik dit Visser-Bloemfragment.

Lees hem dit niet voor, want hij is impressionabel en krijgt misschien dan weer een duw in de verkeerde richting. En toch vind ik dat wij eerlijkheidshalve verplicht zijn hem erop te wijzen. Laat hij tenminste het ergste eruit halen. Wij hebben geen enkel recht om op Revis af te geven die stomweg Ehrenburg nakalkt, als onze Vestdijk zich op deze manier van Joyce bedient. Ik denk opeens weer: ‘Holland’. In Frankrijk of Engeland zou iemand van het talent van Vestdijk instinctief verplicht zijn geweest er ‘iets anders van te maken’. Terwijl daar in het onderbewustzijn toch zooiets steekt van: ‘Nou ja, niemand heeft Joyce toch gelezen’.

En o ja, het moet ‘lever du roi’ zijn, met een r. Niet leveé zooals hij schreef (blz. 550). - Ook moet ‘kotsen’, voor zoover ik weet, met een t, niet met een d, al is dit laatste wel direct veel deftiger.

Maandag.

Als Jan Lubbes in Juli-Forum komt, houd dan in ieder geval 1 blzij meer voor me open dan de tekst, want als je het einde zoo houden wilt als het nu is, wil ik er nog iets meer bij doen over Harten en Brood (als type boek) en daartegenover nog wat zetten over Van Schendel's De Waterman. - Dit komt het stuk zeker ten goede.

Ik ben benieuwd naar de manier waarop je het begin in elkaar zet, - als je dat doet, - maar ik twijfel geen oogenblik aan den goeden uitslag!

Ben nu bezig aan de ‘actueele notities’; las het Fascisme van Mussolini geheel over, met potlood in de hand, en je dikke boek over het behoud van de Europeesche geest. Dit laatste is ‘zeer interessant’ - en een gelul-zonder-eind óók. Er is tot dusver niet één, die spijkers met koppen slaat; alleen de heer Limburg heeft schuchter opgemerkt dat dat misschien toch wel de bedoeling was. Overigens een aangename uitwisseling van knappe exposés: Pontigny op een kritisch moment van de beschavings-geschiedenis. - Ik heb nergens kunnen vinden waar Huxley de politiek raakte. Zijn praatje is amusant, maar brengt ook nix aan! Keyserling belooft het meest, en geeft veel optimisme.

Maandagavond.

Ik heb het dikke boek uit en ben werkelijk verrast geworden door de toespraak van Jules Romains; vooral na al dat andere gelul. Hij heeft die heeren toch eigenlijk verdomd goed de waarheid gezegd, en tot het einde toe: als je goed leest staat er dat ze pharizeeërs, sophisten en slaven zijn! Ik vind deze toespraak zoo prachtig en zoozeer het eenige wat in dezen tijd over ‘Europa’ moet worden gezegd, dat ik je aanraad - in allen ernst om deze 4 blzn. voorin je Europa-nummer te zetten, met een kort bijschrift van de redactie. [Dit lijkt me ook prachtig tegenover den voorzichtigen heer Huizinga.] Vraag Romains dan om toestemming ervoor, dat ‘staat’ beter. Als je dat wilt doen, zal ik naar zijn adres informeeren. Je moet natuurlijk gewoon zetten: ‘M. Jules Romains’, maar in werkelijkheid heet deze heer Farrigoul.

Matthijs Vermeulen heeft aan Jany gezegd dat de nieuwe ‘roman-fleuve’ van Romains, Les Hommes de Bonne Volonté, (waarvan nu 4 dln verschenen zijn, meen ik) zoo prachtig was als Balzac. Ik heb niet de minste fiducie in de kijk van Matthijs V., maar al zou dat boek maar de schijn van Balzac hebben, ik krijg nu opeens lust om het daarmee nog eens te probeeren, alleen door dat discours. Het is verdomd de eenige ‘vent’ geweest, die op deze bijeenkomst gesproken heeft.

(Maar zijn Dieu des Corps was ongehoord banaal en op het idiote af: kappers-sexualiteit en in een ròtstijl.)

Het is onmogelijk om te werken hier; 's morgens het grootste lawaai van arbeiders die aan het huis hiernaast werken, 's avonds heele opera's door de radio. Ik zal mijn laatste ‘notities’ in den nacht moeten schrijven.

Last stuurde me weer 2 nrs. van Het Volk, met niets dan gelul over de eereraad erin. Alles schijnt voor hem in dit gewichtige gebeuren gelocaliseerd te zijn!

Tot zoover dan maar weer.

Hartelijk gegroet. Je

E.

Dit is belangrijk: ik vroeg er Last, en daarna Gans om, maar geen van de twee schijnt het me te kunnen bezorgen. Ik moet nl. het Roodboek hebben of wat zoo genoemd wordt, met het ‘dagboek van Van der Lubbe’ erin. Kan jij me dat bezorgen? Als Kramers of jij het niet bezit, informeer dan even waar het uitgegeven is en bestel het voor me bij Nijhoff. (Gewoon op mijn rekening zetten: ingenaaid.) Vraag dan ook even aan de heeren - Mayer schijnt er nog niet te zijn - waarom ik geen antwoord krijg op mijn vragen. Dank voor de moeite: voor het opzenden of telefoneeren.

Ik stuur je later alles in één pak terug, en doe daar dan het moois bij van Mussolini, dat je ook aandachtig lezen moet. Er staan wel erg veel potloodkrabbels van me bij, maar die zullen je wel niet hinderen! - Het gekke is dat ik mijzelf toch op een soort sympathie, een ‘bereidheid tot begrijpen’ tegenover Mussolini betrap, alleen omdat hij zich zooveel behoorlijker uitdrukt dan Hitler en Mussert. De man hééft cultuur, en weet er zich van te bedienen, dat is op zichzelf al verwonderlijk.

Informeer ook hiernaar: - als ik je 20 of 21 dezer (Juni dus) mijn notities stuur en je ze voor Forum wilt hebben (voor Augustus dus), kan je ze dan toch direct laten zetten en mij de proeven laten sturen? Anders moet ik ze laten overtypen [door de juffrouw van Jan van Nijlen bijv.], want Bep heeft de handen vol met huishouding en krantenwerk. Gaat het per se niet, schrijf me dat dan vooruit.

Nu herinner ik mij ook dat Ant indertijd mij vroeg om haar wat te typen te geven. Misschien wil zij het dan in 2 exx. typen? Het gaat er nl. om dat de drukker van Querido vóór 15 Juli de tekst moet hebben, en ik ontving nu al proeven van De Sm. Mens. (Het boek gaat er zeer goed uitzien, met een prettige, volle bladspiegel.)

P.S. - Ik heb mijn inhoud van De Sm. Mens nog eens goed doorgekeken en besloten Jan Lubbes in ieder geval te splitsen; het vorige, waaronder de 2 panopticum-stukken en de aanloopjes daartoe die jij zulke herhalingen vond, houd ik in ieder geval apart, onder den titel Gevaar der Polemiek. - Daarna komt Jan Lubbes, zoo ongeveer als jij het nu dus in Forum zetten wilt. Maar daarbij komen dan nog 6 à 7 blzn. ‘actueele notities’, die ik vandaag toch nog geschreven heb, en die eigenlijk tot het stuk Jan Lubbes hooren, merk ik. Ik zend ze je niet op, omdat dat stuk voor Forum anders toch weer te lang wordt. Maar bovendien - en daarom schrijf ik dit er nog bij - hoef ik nu géén extra-bladzij meer te hebben, want dat over De Waterman heb ik hièr nu bij gezet.

Lees je nog wel even dezen heelen brief door voor de punten waarop ik antwoord hebben moet? - En o ja, mijn stukken verschijnen dus in Juli en Augustus, niet in September. Jammer voor het Europa-nummer, maar daar ontbreek ik dan maar in. Waarom vraag je daarvoor niet brutaalweg buitenlandsche heeren - bijv. Huxley? Klaus Mann heb je zóó bij de hand. En Huizinga!

Dadag, nogmaals. Ik ga nog even de straat op, omdat het hier om te stikken zoo benauwd is, en doe dit dan nog even in de bus. Misschien heb je het dan toch morgen nog; bij sommige dingen - vooral het Roodboek, als het ook nog door Nijhoff besteld moet worden - is haast.

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie