E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [13 juli 1934]

Parijs, Vrijdag 13.

Beste Menno,

Hierbij de correspondentie met Theun terug. Ik mag lijden dat je die fout verbeterd hebt! Je antwoord is trouwens veel te zachtmoedig en uitleggend, je had dat giftige klootje met 4 karwatsslagen moeten antwoorden. De arme Jan Lubbes heeft een compensatie gezocht in dit briefje, om zichzelf nog voor Tolstoy te kunnen houden, terwijl hij Dekobra is. En deze lieden moeten we in Forum au sérieux nemen! Ik geloof werkelijk dat het beter is om dat panopticum niet te plaatsen, of geheel anders: bv. om te zeggen dat wij prijzen hadden willen uitdeelen, maar dat wij hierna besloten hebben nooit meer over deze romanfabrikanten te schrijven en ons in Forum te bepalen tot wat nog literatuur heeten kan, al is het dan hollandsche literatuur. - Dit wordt toch tè gek, want iedere Jan Lubbes gaat nu het heroïsche pad op.

(Die Poolsche juffrouw in Sneek die hem de sfeer en een stuk of wat personages heeft gegeven was zeker Courths-Mahler in persoon. En dat je ironisch was over die gewasschen Alessandra heeft het Jan Lubbesje niet eens begrepen.)

Laten we een goed programma bepalen tegen dit vulgus, eens en voorgoed. Bespreek het met Vestdijk en Vic, en laat ons allemaal ons ernaar gedragen. Ik trek met genoegen mijn ‘panopticum’ terug, tenzij het te gebruiken is voor de definitieve verklaring. Maar dan in een volgend nummer: September, - na voorafgaand overleg. - Hoor ik spoedig van je wat je besloten hebt als fragmenten te nemen voor het Augustus-nr.?

In die 3 deeltjes Stendhal zijn vooral de aanteekeningen aardig, die een idee geven van zijn werkwijze. Maar ook die zijn helaas al te dikwijls herhalingen. - De stukken zelf zijn zeer dun; het aardigste is het fragment van La Gloire et la Bosse [omdat er een vluchtig maar toch wel raak zelfportret van Stendhal in staat]; wacht verder maar tot je mijn stuk erover in de N.R.C. leest.

Ik zou erg graag bericht hebben van Gans. Ik heb zoo'n idee dat de arme kerel zich totaal verloren voelt. Zijn adres was: Kromme Mijdrechtstraat 401 Amsterdam. Kan je hem niet schrijven om met je te komen praten? Misschien is hij ook in Den Haag, dat zou Kramers moeten weten. Geef hem dan ‘werk’, als het eenigszins kan.

Stuur me een ex. Forum, want ik heb er nu geen meer. (Dit niet vergeten!)

Mijn panopt. over de spellers moet nu weer gewijzigd worden. Maar doe jij dat dan maar, per voetnoot.

Hartelijke groeten van ons beiden, ook voor Ant, van wie wij tegenwoordig wel erg weinig merken. Ze is toch niet verstoord op ons, of zoo? Als ze af en toe eens wat krabbels in een brief van jou wou zetten, zou ons dat zéér welkom zijn - tot dusver hebben we vergeefs uitgezien naar de aangekondigde brief ingevolg van de armband, niet om het bedankje maar om het epistolaire teeken van leven.

Een hand van je

E.

Als Theun je weer schrijft, geef hem dan - zonder in den boozen toon te vervallen - wat ongenadiger zijn vetje. Dat Thonie zich ook al op hem ‘wreekt’ vind ik anders wel zielig voor hem. ‘Jan Lubbes in zichzelf verdeeld’ wordt werkelijk een profetische waarheid. Dat komt van de concurrentie!

[...] je me nog een nr. van Forum laten zenden? (Het laatste nr. bedoel ik.) Dank.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie