E. du Perron
aan
Menno ter Braak

[12 december 1934]

Woensd.

B.M.

Dank voor je kaart, maar dat is het heelemaal niet! Het is absoluut zeker van Nietzsche, en het duurt maar heel kort: één zin, een opmerking. Het staat, denk ik, in een van je ‘algemeenere’ stukken, genre Der Hass, of Freud-Adler en wij woonden al in de rue Erlanger, maar niet zóó lang. Dus: vanaf Maart '34 tot laat zeggen Juni. In een vrij lang stuk. Als ik het plakboek voor me had vond ik het direct. Misschien stond er niet het woord barbaren, maar ‘zijn zoo onbeschaafd’ of zoo. Het was nogal paradoxaal, maar dan diep, raak, ongehoord ‘rosse’ (venijnig) [zóóiets als: ‘zoo onbeschaafd dat ze hun philosofie noodig hebben om...’]. Ik moèt dit hebben, doe dus je uiterste best. Je hoeft niet te zoeken vóór Maart.

Hart. je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie