E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, 8 december 1935

Parijs, Zondag.

Beste Menno,

Ik las Benda, maar naarmate je opschiet wordt het steeds dunner. Het eene is echt een reprise van het andere. Ik las nu behalve La Fin de l'Eternel nog Essai d'un Discours Cohérent sur les rapports de Dieu avec le Monde, amusant maar zuiver verstandsconstructie, en Discours à la Nation Européenne, het practische deel van zijn clerkentaak, d.w.z. een oproep om een Europa te vormen ‘naar den geest’, aangezien het ‘naar het wezen’ altijd onmogelijk zal zijn. Heel mooi naast Huizinga, en voor die club van hen. Alles bijeen ontmoedigend. Daarna las ik Sorel, Réflexions sur la Violence: waarheden als koeien naast practische politieke bedisselarijen, eig. ook zeer vervelend. Nu lees ik Stirner, die me opeens verrukt. Wat een onbaatzuchtig egoïsme, na al die dienaren van dit en van dat. Ik ga het in het duitsch ernaast lezen, naast de fransche vertaling, bedoel ik. Ik heb gewoonweg een gevoel van geluk, nu ik dit wezen ontmoet uit een zoo heel andere tijd! -

Hart. groeten,

je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie