E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Batavia, 9 mei 1938

Batavia, 9 Mei 1938.

Beste Menno,

Véél dank voor je brief over Stapel. Ik schreef je inderdaad net uit Sitoe Goenoeng. Pas was ik hier in Bat. terug of ik werd weer 60 jaar, heb weer iederen dag hoofdpijn enz. Ik moet hier vandaan, liefst zoo gauw als het kan. Ik zal Stapel morgen schrijven. Van Jan kreeg ik weer een aardig briefje, al was 't vooral om me te doen weten dat ik zoo achteruit ben gegaan hier in Indië, en dat dàt de reden moet zijn van mijn seniele literatuur. Ook dat De M.v.L. snuf is vergeleken bij Ducroo, enz. Ik heb hem met een onzinnige koppigheid en 1000 herhalingen geantwoord; zal er nu ook maar mee doorgaan - nu ik me tòch al belachelijk heb gemaakt - tot hij over iets anders begint! Ook schreef hij me nu over de Van Harens; maar heeft hij die dan gelezen? Van waar? heb jij hem die gegeven? Ik zond ze hem niet. Jan wil er ook moeite voor doen bij Meulenhoff. Maar neen, zend ze maar eerst terug. Ik wil ze niet publiceeren vóór Dirk v.H. klaar is, want daar zijn ze toch eig. maar een voorgeschiedenis van. - Het schijnt dat Brugmans niet meer nr Europa gaat in verband met die universiteit, omdat er opeens weer geen geld is! Toch heb ik hem opgebeld en voor een dezer dagen een afspraak gemaakt. Maar... wil jij hier zijn als wij juist weggaan? Het klimaat is zóó, dat wij werkelijk uit lijfsbehoud over een jaar maximum weg moeten - de granaten tegemoet dan, misschien. - Tot nader. Hartelijk je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie