E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bandoeng, 28 december 1938

Bandoeng, 28 Dec. '38.

Beste Menno,

Gisteren schreef ik je en stuurde ik je wat knipsels. Vandaag kreeg ik dit knipseltje uit de Java-Bode toegestuurd. Z. heeft dus toch geantwoord; voor zijn doen zeer mat. In dat vuile blaadje Het Licht, waarin we allemaal uitgescholden worden op N.S.B.-wijze, staat het aldus:

‘Wij hebben niet de minste behoefte Z. in verdediging te nemen. Dat moet hij zelf maar doen. Trouwens, Z. liet zich verlokken tot een stuk ter bestrijding in deze Preanger-Post en daaruit lazen wij dat de beroemde Menno ter Braak bij hem gesolliciteerd had als letterkundig medewerker, maar natuurlijk niet was aangenomen.

(Doctor Menno ontkent dit nu wel, zegt ‘zelfs’ dat het adres van de Java-Bode hem onbekend is en dat hij nooit één regel schrifts (echt-letterkundig gezegd!) aan de redactie heeft gezonden, maar hij schrijft niet, dat hij nòch mondeling nòch schriftelijk bij de hoofdredactie heeft gesolliciteerd! Je moet met letterkundigen voorzichtig zijn en hun ‘regelen schrifts’ leeren lezen! En erg veel vertrouwen hebben wij in Doctor Menno niet!)’

Verder ben jij mijn ‘beschermer’ en ik de ‘beschermeling’ van de nederlandsche kunstcritici, zoodat ik vuiligheden mag klodderen in Gr. Ned. en wij zijn allemaal communisten - wschl. binnenkort ook homosexueelen, net als Vestdijk!

Er was afgesproken - gister nog - dat we van ons droit de réponse gebruik zouden maken en 8 kolom insturen (2 × de lengte van hun artikel), om dit blad te pesten, - want mores leeren is te veel gehoopt. Vandaag begon Koch - voornaamste redactielid van Krit. en Opbouw - terug te krabbelen. Hij had een abonné gesproken die...; die vond...; hij geloofde niet dat het iets zou uitwerken enz. Koets was zéér voor, maar de anderen zullen ook wel weer te netjes zijn. Ik ben er opeens wee van. Het is het gewone democratische ‘fatsoen’; op een gegeven moment heeft 't lang genoeg geduurd en de anderen mogen doorschelden. Wat Het Licht betreft, is dat misschien juist, maar wat Z. betreft m.i. niet. Enfin, ik stuur je dat Licht nu maar per gewone mail zònder op dat stuk van ons erin te wachten, omdat dat misschien niet komt. Ga jij in géén geval op dit Licht in!

Bah. Hartelijk je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie