E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Amsterdam, 5 oktober 1939

Amsterdam, 5 Oct. '39.

Beste Menno,

Bep gaat morgen naar Bergen, ik nr Brussel. Ik hoop Maandag in Bergen (terug) te zijn, al of niet met Gille.- Waarom staat mijn rectificatie over de Indonesiërs nog steeds niet in het Vad.? - of als ze 't niet willen plaatsen, waarom zend je me de copy niet terug? - Zag je in de Telegr. van 4 Oct. het verrukkelijke stukje, genre verdachtmaking en filisterij, over mijn Van Harens? Het is wschl. van Buning en had zóó van Zentgraaff kunnen zijn. - Ik was bij Vestd. in Doorn. Hij was heel aardig en gaf vele groeten voor jou mee. - Dezen avond bekeek ik met den ouden De Hart de Mult.-documenten; er zijn er nog zéér belangrijke bij, ook uit den Lebak-tijd. Biljetje van den controleur om te waarschuwen tegen den regent; uitnoodiging tot logeeren bij den resident (ná ontslag-aanvrage) en antwoord v. Mult. daarop (sprekend over Pitt en Fox!); brieven v/d control. over Lebak, en zijn eigen angsten, als Mult. al weg is en in Batavia zit; maleische lezing v/h lied v. Saïdjah, met prozavertaling; corresp. tuss. Carolus en den resid., waar Stuiveling zoo naar verlangt. Is 't niet iets voor een cahier van de V.Bl.? Er is ook een zeer goed portret v.M., dat tot dusver alleen slecht werd gereproduceerd. Schrijf mij nr Bergen, p/a Jany. Tot nader. Steeds je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie