E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bergen, 13 april 1940

Bergen, 13 April '40.

B.M.

- Als ik door moet gaan met de Sl.affaire, zend me dan:

V. Wessem, Slauerh. Herinneringen

Slauerhoff, Saturnus.

(Jany bezit nr 1 niet en leende nr. 2 uit en mijn exx. zijn in de kist!) Kan ik een velletje van je eigen brief in de envelop gestoken hebben die ik gisteravond nog buste, precies vóór de lichting van 20 u.5? Zoo ja, stuur mij dat dan terug.

Ik bedenk nog iets: ik kan, ‘in correcte termen’, een nieuw rapport voor de Sl.Comm. opstellen over de staat van Poëzie dl. I als door mij bevonden. Die kan ik dan primo Jany en jou laten lezen, en jij kunt die doorzenden aan de anderen, inbegrepen Lekkerk. Daar ontkom je tóch niet aan, als je zelf niet beslissen kunt. Of een vergadering, of dit, of allebei. Dan weet L. ook wat ik tegen zijn gedoei heb, zonder dat ik hèm schrijf.

Zend me dan: die 2 dln. + mijn stel proeven v/de Ged. I met de krabbels erop (als je die genoeg bekeken hebt).

Hartelijke groeten, door de pestboel heen!

Je E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie