2191. Aan G.H. 's-Gravesande: Parijs, 11 augustus 1934

Parijs, 11 Augustus.

Beste Hein,

We vertrekken morgen (Zondag 12) en het is ons een opluchting. De proeven van La C. Hum. zijn eindelijk klaar! het is me nogmaals stevig werken geweest, want ik heb op de proeven zelf nog veel veranderd. Oef! eindelijk kan ik nu weer de noodige aandacht geven aan mijn eigen boek: het wordt met het oog op Querido méér dan tijd.

En de proeven van De Smalle Mensch laten me daartusschendoor ook nog niet los.

Ik hoop nu maar dat de combinatie met Gans niet ‘opvalt’. In het ergste geval kan je nog altijd zeggen dat we, voor urgente gelegenheden, hadden afgesproken met een vriend van ons,164 die toevallig in Parijs zit en vroeger voor De Verlofganger heeft geschreven (dit is waar). Ik denk dat Gans die paar brieven heel behoorlijk zal doen, maar je moet toch een beetje op den stijl letten, wil je? - hij heeft soms neiging om een zin niet goed af te sluiten. Kijk in ieder geval de copy altijd nog even door vóór je die aan den zetter geeft en ontvang hiervoor veel dank.

Ik heb de W.B. gezegd dat ze je linea recta een geb. ex. van Het Menschelijk Tekort moesten sturen. Kan je er in de krant nog iets van zeggen, graag; maar dat is toch de bedoeling niet. Als je wilt dat ik er nog iets in schrijf, kan ik dat doen als we tegen Kerstmis weer in Den Haag zijn bv. Nogmaals veel dank voor je hulp!

Geloof me met hartelijke groeten steeds je

E.

 

P.S. - Mocht je Gans voor de een of andere hint en voor de meerdere snelheid direct willen schrijven, dan is hier zijn adres: J. Gans, Ĥotel de St. Omer, rue Blainville 5, Paris (5e).

164Arthur van Schendel, die voor De Indische verlofganger schetsen en verhalen schreef. Zie ook 2284 n 7.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie