E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Brussel, omstreeks 19 januari 1928

Beste van Ostaijen,

Ingesloten je lijst weer terug. Alles is verzonden. Dat maakt dus een 65 exx. cirkulaire minder. Blijstra vroeg mij er nog 15. - Als Din-ger inderdaad die 500 exx. bedeelt... en ‘deskundig’ bedeelt...

Ik weet intussen niets meer van Dinger. Hij zwijgt tegenover mij volkomen: toch ontving hij, achter elkaar, de gevraagde exx. Poging tot Afstand, de 500 exx. cirkulaire en de bestelkaarten op zijn naam. (Mijn nog wat ‘kortaffer’ briefje heeft hem schijnbaar ontdaan.)

Het best is ook dat jij alles met hem afdoet, altans voor ons blad. Jij staat in een zuiverder positie tegenover de man; je kunt veel beter de puntjes op de i's zetten.

Wat onze ontmoeting betreft282: als ik mij niet vergis kom je in de gare du Luxembourg aan? Je bent dan toch in ieder geval verplicht over te stappen. Als ik je daar dus afhaalde, zouden we een half uurtje kunnen praten in het hôtel de Gembloux, dat vlak tegenover het station staat en dat een heldere, propere zaal heeft (zeer weinig bezoekers). Ik breng je dan de overige cirkulaire's. (Ik kom met de auto en transporteer je verder.)

Zou je me willen terugsturen: het 1e livret van Périer, als je het nog hebt? Ik zend je gelijk met deze het 1e nr. van een nieuw frans-belgies revuetje: Echantillons. Het opent met een afschuwelik bête inleiding van juist die ‘Populings’.283 Hij schrijft als een onderofficier, maar daarbuitenom nog schijnt hij zo ongeveer tot de ontdekking gekomen te zijn dat hij nooit met de franse kollega's op één niveau zal komen te staan, en dit schijnt hem reden genoeg om de ‘broeders’ een overtuigd belgiese nulliteit voor te preêken. De pluim die hij Jaloux, in het voorbijgaan maar uitvoerig, in de kont steekt (Jaloux is immers een der hoofdmedewerkers van het blad Les Nouvelles Littéraires dat zowaar sedert enige tijd zijn kolommen voor ‘Populings’ heeft opengezet) is karakteristiek voor 's mans stijl en ‘manier’. Ik heb hem een paar keren bij Hellens ontmoet en met zwaar, overtuigd geluid een paar stommiteiten horen verkondigen*, die - ik moet het erbij zeggen - door iedereen werden opgemerkt en door niemand tegengesproken. (En ik heb het achteraf niet eens verkorven toen ik op de vraag hoe ik hem vond, antwoordde: ‘Il me semble que c'est vraîment le belge dans toute sa splendeur.’)

In Echantillons 1284 heb ik werkelik genoten van het gedicht La Visite, van Périer. De taal - ook qua musikaliteit - lijkt mij perfekt. Zeg mij eens of ik mij vergis. Ken je die Kochnitzky? Wat hij schrijft is dikwels volstrekt niet onaardig, maar ik geloof dat zijn zuiver-dichterlike kwaliteiten met de mijne gelijk staan.

Je krijgt eerstdaags Jarry. Begin volgende week.

Nu mijn beste, houd je taai. Een poot van je

EdP.

282Van O had DP geschreven dat hij op 21 of 22 januari via Brussel naar Antwerpen terug zou reizen. Een complicatie verhinderde echter zijn terugkeer uit het sanatorium en verslechterde zijn gezondheidstoestand definitief.
283Pulings: ‘Un essai, Aiguillage’, in Échantillons 1 (1928) 1 (jan.).
*over Gide en over Barrnabotte, wat iets anders is dan Barnabousse.
284Het tijdschrift bevatte onder de verzameltitel ‘Cinq poèmes’ het gedicht ‘La visite’ door Odilon-Jean Périer, en ‘Orphicum litus’ door Léon Kochnitzky.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie