E. du Perron
aan
G. Burssens

Gistoux, [19 oktober 1929]

Gistoux, Zaterdag.

Beste Burssens,

Ik hoef je zeker niet te zeggen dat de afkeuring van De Mieren door de redaktie van Erts mij dit gedicht haast eens zo dierbaar maakt. Wat de heer Binnendijk betreft (die in dit geval overigens klerkewerk heeft verricht, zonder meer), ik ken in de hedendaagse Nederl. letteren geen klassieker voorbeeld van een epigoon. Binnendijk is Marsman zonder poëtiese gave en met enige volt pedanterie minder; overigens ademt en zweet hij door Marsman, altans ‘litterair’.

Naar Krities Proza I en drukproeven van je verzen blijf ik dus geduldig - en toch met spanning - met geduldige spanning dus, of gespannen geduld - uitzien.... Hoe zijn de tekeningen van Jespers uitgevallen?

Ik weet eigenlik niet goed of ik wel 3 Nov. a.s. vertrek. De wil is goed, maar de buidel dikwels zwak. Ik heb allerlei betalingen te ‘ver-richten’, die mij misschien wel wat langer hier zullen houden. Overigens kunnen wij elkaar wel in Br. treffen, maar altijd tussen elf uur 's morgens en 6 uur 's middags dan, want 's avonds ben ik graag in Gistoux terug.

Ik hoû je op de hoogte van mijn reisplannen en blijf intussen als steeds je

EduP.

P.S. Ik denk dat ik Erts het volgend jaar ook naar de duivel zal laten lopen. Die Strengholt heeft zich tegenover Greshoff gewoonweg als een ploert gedragen.719

Origineel: Letterenhuis, Antwerpen

719A.J.G. Strengholt, de nieuwe uitgever van DGW (met Allert de Lange) en Erts had Greshoff uit de redaktie van DGW gewerkt en die overgedragen aan W.A. Kramers. Erts is na aflevering 1930, verschenen in 1929, niet meer verschenen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie