E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande

Brussel, 24 maart 1931

Brussel, Dinsdag.

Zeer geachte heer 's Gravesande,

Dank voor de krant1633 en uw brief. Het is te hopen dat dat alles inderdaad verschijnt! E Poi Muori bijv. zie ik zelfs zoo gauw niet in een tijdschrift verschijnen. Wat die Ridders betreft - laten we daar het beste van hopen, van de plaatjes vooral.

Slauerhoff schreef me vanmorgen juist een briefkaart dat hij langzaam maar zeker vooruit gaat. Men heeft de ergste dingen gedacht: doorgebroken maagzweer, leucaemie, keeltuberculose - maar après tout blijkt het een bizonder infectueuze soort griep te zijn geweest, wschl. gedurende de laatste reis opgeloopen. Men heeft wel èrg veel moeite gehad om het te ontdekken, maar enfin, gevaar schijnt er nu niet meer te zijn. Hij is natuurlijk alleen erg verzwakt door de voortdurende koortsen.

Ik laat het hierbij, want ikzelf ben net uit een stevige griep opgestaan en voel me nog verre van frisch. Met hartelijke groeten, steeds uw dw.

EduPerron

1633Waarschijnlijk Het vaderland van 10 maart 1931 (avondblad), waarin een polemiek tussen Greshoff en Borel over Kloos, die door Borel was aangevallen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie