E. du Perron
aan
G. Burssens

Brussel, [5, 12, 19 of 26 augustus 1931]

Brussel, Woensdag.

Beste Burssens,

Het is mij tot mijn spijt niet mogelik om vooreerst naar Antwerpen te komen. De ziekte van mijn moeder maakt dat ik dezer dagen voortdurend tussen Gistoux en Brussel cirkuleer en eigenlik meer daar ben dan hier; (ik ben sedert de dood van mijn vader eigenlik absoluut geen ‘vrij man’ meer, vergeet dat niet). Ik zou je anders graag een uurtje rustig in de Hulstkamp gesproken hebben, alvorens ons in de mondaniteiten te werpen onder het genot van ‘kuchen und thee’. Wil mij bij Mme. Salti verexkuseren, zoals de nette boeren in Holland zeggen.

Tant pis inderdaad voor De Bock,1957 maar après tout is het misschien beter zo. Ik weet n.l. niet of de uitgave van die brieven Paul's reputatie of hoe je het noemen wilt, veel goed zou hebben gedaan. Tenzij misschien als appendix achterin Krities Proza II; als je dan diè brieven kiest vnl., waarin hij het over kunst heeft en meningen en zo zegt. Het Franse idee van brieven uitgeven tot nadere kennis van de persoon van een schrijver is eigenlik niets voor deze landen (Holland en Vlaanderen), hier heet zoiets ‘ijdelheid, oninteressant’, enz. Mogelik heeft De B. zich door de mensen van De Gemeenschap laten afraden? Vraag hem er bij gelegenheid toch eens naar.

Had je veel interessante brieven? Een 20-tal, als appendix achterin Kr.Proza II zou toch nog wel gaan? Vooral wanneer dat deel dunner zou zijn dan het Ie.

En hoe zit het nu met dat voorstel over Verhalend Proza? Zou De B. bereid zijn alles te drukken, uniform met de rest? of is hij gesteld op het apart verkopen van die onooglike uitgaafjes van Trust, Ika en Vogelvrij? Een behoorlik uitgever moest zoiets opkopen om het te verdelgen! vooral waar het laatste krioelt van de drukfouten en allesbehalve een goed beeld geeft van Paul's Nederlands. (‘Opgeëten’, enz.) - Als De Bock ook nog De Bende van de Stronk zou willen hebben, wordt het Verhalend Proza ook wel 2 dln; niet? maar waarom zou dat eigenlik niet gaan? Bij een auteur als Van de Woestijne, Teirlinck of zo, zou men het best proberen en de belangstelling voor P.v.O. is op dit ogenblik even groot. Maar men moet die belangstelling wakker houden, dat zou een uitgever moeten begrijpen. Vooral in Holland zou men al gauw weer aan wat anders denken als die uitgave van de z.g. volledige werken zo sloom gaat.

Nu beste, hoû je goed en als je weer eens in Brussel komt, schrijf me dat dan 3 dagen vooruit en kom bij mij op de tee.* Je kunt hier dan ook blijven eten en 's avonds tegen 8 of half 9 bijv. eerst teruggaan. Als ik mij ‘vrijer voel’, tegen het eind v/d maand bijv. (?) of als mijn moeder in Brussel komt wonen (in Oktober of November) kom ik nog wel in Antwerpen en schrijf ik jou tijdig; ik zie dan ook gaarne Mme S. terug, desnoods zonder tee.

Hartelike groeten van je

EdP.

Origineel: Letterenhuis, Antwerpen

1957Eugeen de Bock was directeur van uitgeverij De Sikkel, die Van Ostaijens werk uitgaf.
*Een tram (90) brengt je van de Gare du Nord tot hier voor de deur.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie