E. du Perron
aan
H. Marsman

Scheveningen, 25 maart 1932

Scheveningen, Vrijdag.

Beste Hennie,

Van Den Besten zal je gehoord hebben hoe Simone zich heeft gedragen. Ik zou nu van je willen weten:

1. Moet de kwestie van het kind in Utrecht worden beslecht, of kàn dat nog elders, bv. in België? (als zij het daarop aan zou willen sturen.)
2. Wat gebeurt er als ik alleen de volmacht teeken en zij weigert iets met de Utrechtsche rechtbank te doen te hebben? dus geen papier inzendt, noch verschijnt.

Ik zeg niet dat dit zoo gebeuren zal, maar als zij weer in België terug is en daar wordt ‘geraden’, is het niet heelemaal onmogelijk. Ik kan je niet zeggen hoe ik er mijn bekomst van heb, om met deze halfbegrijpende mentaliteit om te moeten springen. Het is hier thuis, na het bezoek van Den Besten gisteravond, weer een rotboel; doodeenvoudig omdat S. alleen realiseert wat er gebeurd is of gebeuren moet, wanneer het ‘officieel’ wordt. Zielig voor haar, maar ook pestilent voor mij.

Kom dus maar niet in Scheveningen. Ik heb alleen nog maar lust om me ergens op te zouten - niet bepaald ‘aan zee’ - nu ik weer alleen in zoo'n rotatmosfeer zit; ik bedoel met ‘alleen’, nu Bep om allerlei lang tevoren aangegane verbintenissen net deze 4 dagen naar Amsterdam is. Alles smaakt naar edik, maar het is dan ook Paschen! Het zal me ditmaal heugen dat die Heiland precies 1900 jaren geleden, minus geloof ik één jaar, uit zijn graf is gekropen, uit toewijding voor allerlei halve vuilikken die ze niet heelemaal konden onderbrengen in de Hel.

Enfin, ieder z'n meug; ik wou dat ik ergens in een gezellig grafje kon kruipen tot ik volgens besluit uit Indië weer geboren ben.

Schrijf me naar Scheveningen, dat is veiliger. Het beste!

Je E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie