E. du Perron
aan
J. van Nijlen

Lugano, 21 mei 19322133

Lugano, 21.5.32.

Beste Jan, Om je niet àl te verlangend te maken, ‘gekooide vogel’,2134 om uit je bureelen te vliegen, en dezelve dus te laten zonder Overste,2135 zend ik je uit dit ‘paradiso’ alleen maar een spuitfonteintje; du plus joli effet, overigens! Het klimaat, alles is hier verrukkelijk en er zijn nog maar weinig van die specimina van een nieuw menschenras, die men toeristen heet. Later meer, en nu alleen maar véél hartelijks, van je

E.

Hartelijke groeten,

E. du P.-de R.

2133Prentbriefkaart: beeldzijde: foto van Lugano, Giardino pubblico.
2134Toespeling op de laatste strofe van Van Nijlens vers ‘De haven’ uit zijn bundel Het aangezicht der aarde (1923). (Verzamelde gedichten 1964, p. 77 en 78.)
2135Van Nijlen was chef van de vertaaldienst van het Belgische ministerie van Justitie.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie