E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Lugano, 30 mei 1932

Lugano, Maandag 30 Mei.

Beste Wijnand,

Dank voor je brief; het ‘vage buitenland’ zal wschl. omstreken van Parijs zijn, maar waar precies weten we zelf nog niet. Voorloopig - tot 20 Juni - zitten we in Lugano (adres op de enveloppe), waar we een soort vacantie doorbrengen, wschl. om later des te harder te moeten werken.

Zou je, met het oog op het geld dat ik voortaan voor een groot deel zal moeten verdienen, mij niet aan een vaste rubriek voor D.G.W. kunnen helpen? Het liefst had ik de prozakroniek, die Roel nu verzorgt (het zou kunnen zijn dat je langzamerhand genoeg van hem kreeg), anders een rubriek voor Fransche letteren, of schiet ik dan onder de duiven van Jan? Van Engelsche letteren dan; alles is mij goed, mits ik rekenen kan op een vast artikel iedere maand, en minstens een tientje (waarvoor ik dan 5 kolom zal leveren, als dat het minimum is). Vind zelf maar iets uit en schrijf me zoo gauw mogelijk hierheen wat het resultaat zijn kan. Kan ik nog iets leveren voor deze maand? Maar als je een boek hebt, dat daarvoor besproken moet worden (ook vallende buiten de door mij genoemde rubrieken), zend het dan tegelijk met je brief op, want ikzelf zit hier vrijwel zonder boeken.

Ik dank je bij voorbaat. Met hart. groeten je

E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie