E. du Perron
aan
H. de Vries

Bellevue, 5 juli 1933

Bellevue, 5 Juli.

Beste Hendrik,

Dank voor Silenen en het teruggezonden Mikrochaos. Ik heb al je gedichten nu doorgelezen, en kan werkelijk niet die groote verschillen zien, die voor jou bestaan. Wel verschillende groepen. Ik stuur je hierbij maar een blaadje met alles erop wat ik zou opnemen; die met een (?) zijn ‘twijfelachtig’. Ik weet niet of je er ook maar ièts aan hebt; het spijt mij in ieder geval dat ik geen tijd heb om er mij beter mee bezig te houden. Ik zou, als ik jou was, zooveel mogelijk de chronologische orde bewaren, tenzij daar waar het gedichtensoort om den voorrang schreeuwt. Er zijn m.i. te veel landschappen, en te veel in denzelfden toon weergegeven; daaruit vooral zou ik een keuze doen. Sommige korte gedichten (oa. bij de nocturnen) doen aan als fragmentarisch en zelfs als onaf. Ik schreef hier en daar nog iets achter de titels. De volgorde, zooals zij nu is, deugt zeker niet; ik nummerde alleen maar om te zien hoeveel gedichten ongeveer: - mij dunkt een zestigtal behouden. Het zou een prachtige bundel worden.

Dank voor je inlichtingen over Espronceda. Als hij op Bilderdijk lijkt, heeft die Gijssels hem inderdaad lang niet slecht vertaald.

Het gaat verder hier (met de ‘zaken’) heel heel slecht. Wij weten niet of wij het nog zelfs tot October kunnen bolwerken; misschien moeten wij in Augustus al weg en onze meubels verkoopen.

Daarom zoo kort.

Hartelijke groeten, ook van Bep,

je EdP.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie