E. du Perron
aan
A.A.M. Stols

Bellevue, 17 augustus 1933

Bellevue, 17 Augustus.

Beste Sander,

Die 12 frs. van Nerval verrekenen we wel op het boek van Jansen, als je me dat nog zendt.

Alle gedichten van den goeden tijd van Nerval staan, meen ik, in mijn tekst. Alleen de varianten niet, maar die staan (op de 2 andere lezingen van Lenore na) ook niet in het deel van Pia! Die moet je opscharrelen in het andere boekje dat ik je opgaf. - Maar doe ze vooral achterin, in een appendix. Als het zoover is, stuur mij alles weer op, dan zal ik het heelemaal zoo voor je klaarmaken.

Dank voor het stukje van Van Deyssel.2838 Het is abominabel geschreven, en maar zeer gedeeltelijk juist. Ik kan mij iemand voorstellen die Maurits compleet afwijst en niet tot de Hooge Kunst rekent, maar dit is het gezwam van een aartsliterator die vreest dat hij zich in zijn vingers gesneden heeft. Vergeleken met de romans van Van Deyssel is Maurits bovendien onvergelijkelijk superieur, wat niet moeilijk is, daar V.D. totaal onleesbaar is, en zoo bedonderd schrijven als V.D. soms wist te doen, lag zeker ook buiten het vermogen van dien armen Pa Daum! Hoe het zij: dat Goena-Goena slechter zou zijn dan die 2 eerste romans spreek ik pertinent tegen (dit is een typische ‘kunst’-vergissing van '80), en dit zich hernemende literators-stukje van V.D. vind ik walgelijk zonder meer. Hoe meer je van dezen V.D. leest - d.w.z. als je al zijn proza doorneemt en niet alleen de gekozen kritieken die nu nog in omloop zijn - hoe meer je merkt dat het een vrij pauvre sire was, en zeker een hoogst onbeduidend mensch. Ik zal de laatste zijn om te betwisten dat Maurits geen ‘groot’ auteur is, maar de argumenten van V.D. in dit stuk zijn de typisch domme argumenten van de symbolisten tegen bv. Stendhal en Balzac en alles wat slecht schreef. Vergelijk de stijl van Goena-Goena (die slordig is, banaal, smakeloos als je wilt) met dien van dit V.D.-stukje (dat overgesoigneerd is, grotesk, aanstellerig, hyper-smakeloos) dan geef ik zonder aarzelen Maurits nog een 5, en V.D. een 4 -. Kom je op het gebied van de menschenkennis dan is Maurits nòg geen groot man, maar althans een compleet volwassen persoon, en V.D. een hebephreen. Je me méfie als kerels als V.D. het gaan hebben over walgelijk. Inderdaad: vergeleken met de wereld van Shelley, of zelfs die van La Chartreuse de Parme (op een ander gebied) is de wereld van Maurits in extenso platvloersch, benepen en walgelijk - maar wat blijft er in dit verband over van Een Liefde en De Kleine Republiek? Dat is de walgelijkste banaliteit voorgedragen met de walgelijkste aanstellerij en van een volslagen onleesbaarheid, nog niet eens gered door de infantiele viezigheidjes die erin staan.

Ik vrees dat wij met dit alles toch Maurits teveel op een piédestal gaan zetten. In hoofdzaak is wat V.D. van hem zegt juist. Maar het kraken van den lateren Maurits met den eersten is nonsens, en het literatorsstukje van V.D. is misselijk, dat zijn 2 andere waarheden. Hierbij het moois terug.

Hartelijke groeten van je

E.

2838‘Romans van Maurits’. In Verzamelde opstellen III. Amsterdam 1897, p. 7-14.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie