E. du Perron
aan
J. Greshoff

Parijs, 17 maart 1934

Parijs, Zaterdag.

Beste Jan,

Dank voor je brief. Zooals ik Truida gisteren schreef, ik zou gezworen hebben dat ik je mijn adres gegeven had! Maar alles is mogelijk met mijn tegenwoordige sufheid...

Nog even een vervolg op wat ik Truida gisteren vroeg je te zeggen: Bep heeft van Gr.Ned. (uitgever) bericht gekregen (gisteravond) dat ze de kroniek niet meer betaalden als vroeger, maar hadden afgeslagen tot fl.4. de boekbespreking. Zij zal nu Coenen schrijven dat ze er in deze omstandigheden van afziet. - Meteen heb ik nu Menno geschreven om mijn rijmpje op Dr. Fischer niet af te drukken, opdat Coenen mij niet verdenke van een lage wraakneming over de verloren bron van inkomsten!

Ik kan me voorstellen dat je je idioot voelt worden met dat blad. Ik word het wel onder het vertalen. Ik ben zoowat op de helft! Het gaat nu veel beter en vlugger, maar leuk is toch anders... Was het maar Barnabooth!

Ik denk niet dat ik nu vóór eind April naar Brussel kan. Het geld van de erfenis moet trouwens toch nog wachten - door allerlei akkefietjes van de fiscus, schreef T.V. mij gisteren. Kan je me de inhoud sturen van de bundel van J.v.N.?3126 Ik ben erg verlangend naar de jouwe!3127 Kleine pleziertjes die ons, ook in deze tijden, nog beschoren zijn! - Ik wou dat ik Arthur en Annie zoo vaak kon zien. Wat doen ze als ze Br. weer verlaten? Komen ze dan wat in mijn café zitten - Le Murat - hier bij de Porte d'Auteuil?

Bep moet zich weer verzoenen met de huishouding, d.w.z. haar ‘juiste draai krijgen’. Ik ben tot niets bekwaam dan tot vertalen en nog eens vertalen, ofschoon ik soms bulk van verlangen om te werken aan Ducroo. Ik schreef toch ook nog voor Activités een stuk over de Liepmann-zaak.3128 Ik heb verder Mme Torry gevraagd om jou de 3 verschenen politieke nrs. van haar blad te zenden; misschien kan jij er propaganda voor maken in Brussel, of haar adressen opgeven van boekwinkels die het willen zien te verkoopen. Het blijft in zekeren zin een onschuldig genoegen, maar als ‘wij intellectueelen’ elkaar niet een beetje helpen...

Nu weet je alweer iets. Wij zijn ook over het algemeen ‘ontmoedigd en moe’; alleen de Kettmanns florisseeren misschien in deze tijden. En Menno weert zich ook met frissche moed en schrijft aardige stukjes, als over Coolen en Székely-Lulofs.3129 Die ook wel niet zullen helpen, als je het absolute voor oogen houdt.

Schrijf een volgende keer eens over allerlei menschen, ik heb nu het gevoel dat ik jaren van Brussel weg ben. Ik maak er nu een eind aan, omdat ik Simone schrijven moet over de vacantie van Gille. - Hoe gaat het de Nijkerks?

Hartelijke groeten onder ons allen. Je

E.

Heb je misschien de laatste D.G.W. voor me? Ik wil er Kramers niet om vragen, omdat we in dit opzicht voorgoed afscheid van elkaar genomen hebben na het kotsstuk van vriendje Theun. Ik vind het best dat Kramers Theun óók zijn vrije woord gunt, maar ik voel me gewoon niet thuis in een blad dat zulke vullis opneemt. Daarom wil ik nu toch wel weten wat er voor anti-fascistisch in het vorige nr. gestaan heeft, al of niet vanwege Liepmann.

3126Geheimschrift.
3127Gedichten 1907-1934.
3128‘Les pousses sauvages de la liberté (Histoire hollandaise)’. In Activités 10 (april 1935).
3129In Het vaderland van 18 februari 1934 (ocht.) besprak Ter Braak De man met het Jan Klaassenspel van Antoon Coolen en in Het vaderland van 11 maart 1934 (ocht.) De andere wereld van M.H. Székely-Lulofs.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie