E. du Perron
aan
J. Greshoff

Parijs, 12 juni 1934

Parijs, Dinsdag.

Beste Jan, Waarom krijg ik geen antwoord???

Ik heb je gevraagd om Les Messieurs Golovleff en om een photo van Bosch-of-Breughel, Val der Opstandige Engelen (Brusselsch Museum). Waarom zie ik niet alleen niets komen, maar krijg ik geen kik? Ben je uit Brussel weg? Stuur in dat geval - als ook deze brief je nagezonden wordt - het ding ijlings terug aan Atie, of naar Truida, en vraag Truida of zij die photo voor me koopen wil. Misschien kan zij ook het boek vinden en me opzenden? Beide heb ik - d.w.z. heeft ‘men’ - hier noodig. Anders vroeg ik je er niet om.

Of is er iets met je? Moe, of ziek? Ontstemd misschien over die Elsschotkwestie? Dan zou je ongelijk hebben, want die is van geen enkel belang. - Ik las met zeer veel plezier je romanfragment in Gr.Ned.3245 en heb voor mijn deel geen enkel bezwaar tegen al die fraaie namen, in dit verband. Het is zelfs zeer aannemelijk dat die verouderde Maarten daar in zijn eentje in Italië in dat oude boekje zijn oorsprong terugvoelen wil. Bep en ik vermaakten ons ook zeer met je stukken in Commentaar.3246 Dat over de voetballers misschien ièts te heftig, maar toch ook zeer goed.* Dat over Fabricius3247 uitmuntend - want deze V.V., zou jij dat niet zijn? Of is het je secretaris Varangot die zich in deze Greshoviaansche termen uitdrukt? Wie met pek omgaat...

Ik vond mijn 2e stukje, zoo apart, vrij beroerd. Het 1e leende zich veel beter voor los fragment. Ik werk nu hevig aan ‘actueele notities over Europa’. Ja, ja, dat is ook ònze taak, in deze tellurische tijden! Jan Lubbes is geheel af, en komt voor een deel in Forum. Ik wou dat ik van dit alles af was.

Ik wil graag àlle nrs. hebben waarin fragmenten van je roman voorkomen: van Forum en van Gr.Ned. Als alles bijeen is, schrijf ik er je dan nader over, als dat tenminste nog mag.

Hartelijke groeten van ons beiden, ook voor Atie en Truida, een hand van je

E.

Waarom wemelt Gr.Ned. toch altijd zoo van drukfouten?

3245‘Jeugd en deugd’. In GN 32 (1934) 6 (juni), p. 482-496.
3246‘Gross en Truc’. In GN 32 (1934) 6 (juni), p. 573-574 (over een overzicht van de contemporaine Franse literatuur) en ‘De Nederlandsche toets’, p. 574-575, waarin Greshoff de coach van het Ned. voetbalelftal, Lotsy, aanviel om zijn toekennen van nationale betekenis aan een voetbalwedstrijd. Hij besloot zijn stuk als volgt: ‘En wanneer de bewondering voor Lotsy en zijn bende het kriterium voor het onderzoek naar het Nederlanderschap is, dan ben ik géén Nederlander en dan hoop ik het nooit te worden.’
*Vooral de slottirade.
3247‘Kitsch en kitsch’. In GN 32 (1934) 6 (juni), p. 575-576.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie