E. du Perron
aan
J.E. van der Meulen

Parijs, 28 mei 1935

Parijs, Dinsdag 28 Mei '35

Waarde Van der Meulen,

Je briefje is zeker een van de aardigste die ik over Ducroo ontvangen zal. Het is zeker overbodig je te zeggen dat men voor een boek als dit precies dit soort reacties wenscht; in dit speciale geval wordt de belangstelling dubbel zooveel waard door de ‘communie in Brulard’, om het met een minimum van woorden te zeggen. De heer Ritter, in het U.D.3728, heeft nu al vastgesteld dat het boek, ondanks -----, en in aanmerking genomen ----, en nogmaals overwegende -----, toch geen roman is, omdat daartoe behoort -----, en hier gemist wordt -----. Het maakt op mij de indruk die het hebben kan op iemand, die het desgewenscht ondernemen zal om kookboeken als ‘roman’ uit te geven, gezien de alleenzaligmakende klank van dit artikel voor uitgevers en publiek. Ik ben blij dat ik deze ontboezeming achter mij heb; en dat het resultaat af en toe gelezen zal worden zooals jij het deed.

Ik heb mij nog steeds voorgenomen je in Utrecht op te zoeken, als ik weer in Holland kom; de vraag is maar wanneer. Anders zeker toch nog eens hier?

Met hartelijke groeten, ook van Bep en aan je vrouw, steeds je

EduPerron

3728Het artikel van P.H. Ritter jr. verscheen in het Utrechtsch dagblad van 25 mei 1935 (av.).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie