E. du Perron
aan
J.A.A. Engelman

Parijs, 1 februari 1936

Parijs, Zaterdag.

Beste Jan Engelman,

Dank voor de photo. Ik geloof dat ik nòg liever die gehad had van de kalender van Kruseman (kàn dat? ik stuurde het ding direct het huis uit omdat ik er zelf in voorkwam), maar deze is ook best, al is de andere ernstiger. Ook meen ik dat ik er een reproductie van gezien heb in een of ander theaterblad, bij een vertaling van een nogal onnoozel engelsch poëempje. Als je een van die twee repro-ducties hebt en missen kunt, graag; ik stuur je dit ‘lievere’ portret dan terug voor een van je lezeressen. (‘Onbeschadigd retour’.)

Het verhaal van de vochtige schoone is zeer mooi. Ik zou je zulke verhalen terug willen doen, maar heb op het oogenblik mijn schoonzuster over, met 2 dochters, wat mij erg veel tijd kost. Ik verwijs dus naar volgende nrs. van Gr. Ned. (vanaf Maart, want in Februari heb ik nog eenige aanteekeningen over sovjet-auteurs-in-actie.) - Maar om je toch ièts terug te geven: hierbij 2 briefkaarten, door het heele Carmel van Lisieux vervaardigd, naar het schijnt, en authentiek in Lisieux ingeslagen door Elisabeth en mijzelf. De photo van de nachtwandeling zou me vroeger een sonnet hebben ingegeven, maar de poëzie en ik boudeeren elkaar tegenwoordig. Voor het andere vond ik dus alleen dit coupletje:

 
Pour avoir la craint' du Seigneur,
 
Pour avoir la craint' du Seigneur,
 
Rien n'vaut un pa-
 
Rien n'vaut un pa-
 
Rien n'vaut un papa peloteur!

Nogmaals dank voor het conterfeitsel, en met hartelijke groeten,

je EdP.

Ik vestig je aandacht op het feit dat de beide briefkaarten nog te gebruiken zijn.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie