E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande

Garoet, 31 oktober 1937

Garoet, 31 October 1937.

Beste Hein,

Dank voor je prettige brief. We zitten op 't oogenblik in Garoet, zooals je misschien al van Jan of Menno gehoord zult hebben. Het is hier een lief klein plaatsje, waar we zitten in een enorm verlaten hotel, eigenlijk voor geen geld, gezien wat je ervoor krijgt. We hebben twee ruime kamers en een eigen voorgalerijtje, die ik zoo'n beetje tot werkkamer heb ingericht. Ik schreef hier, eindelijk, na hoopen ‘voorstudie’ mijn 1e verhaal van De Onzekeren, maar het is niet geworden dat verhaal wat ik jou in gezelschap van Freddy en Rudie destijds bij Riche vertelde,4994 maar een verhaal over het familie-schandaal van de Van Harens! Bep is nu bezig de doorslagen te bekrabbelen naar het eene exemplaar dat ik zelf bekrabbeld heb, daarna gaat het naar Menno, en misschien via hem naar Romein? om historisch gekeurd te worden.4995

Na dit verhaal komt er een over Dirk van Hogendorp, die de zoon was (evenals zijn broer Gijsbert Karel) van de belaagde dochter van Onno Zwier van Haren. Daarna komt dat verhaal van Riche! Je ziet, het boek breidt zich ook uit naar vorige tijden.

Het doet me plezier te hooren dat mijn Multatuli goed gevonden werd, al is 't tot dusver dan alleen door Fredje. Maar jij bent de eerste die me erover schrijft, van Freddy zelf hoorde ik niets tot dusver.

Naar De Grauwe Vogels ben ik ten zeerste verlangende. En Het Vijfde Zegel kreeg ik daarnet, in een uitgave die me erg aantrekt, maar ik moet er nog aan beginnen. Over deze beide boeken hoop ik de batiaviasche ambtenaren, die vnl. het Nieuwsblad lezen - de planterijprollen lezen Nieuws v/d Dag of nog veel liever Java Bode (van den pallurk Zentgraaff, dien ik nu eindelijk in de krant van Ritman een héél klein tikje op de neus heb mogen geven4996 en voor wien iedereen hier razend bang is) - in te lichten. Wat een tusschenzin, maar ik word een ouwehoer, in Indië!

Met Bep gaat het nog angstig slecht, al zijn in dit hotel, vergeleken met het oude huis in Tjitjoeroeg, absoluut geen beesten. Alijntje maakt het opperbest. Wat vervelend dat Nen zoo sukkelt, terwijl ze juist al haar krachten noodig heeft voor het einde van haar studie. Doe haar onze hartelijke groeten. Maar laat ze zich troosten met het idee niet in Indië te zitten, hier hèb je gewoon geen bloed meer, al had je de ruimste vaten. Of zou de warmte haar juist goed doen? In dat geval kan ik jullie Batavia aanraden, dat, met het oog op Bep, mijn nachtmerrie is geworden.

Je stuk over Boender in G.N. las ik met veel genoegen. Een aardige kerel moet dat geweest zijn. Ik las indertijd met ontzettend veel genoegen zijn boek over Ies4997, al is 't, onder ons gezegd, toch bepaald niet goed geschreven. Maar 't was een sympathiek stuk werk, en gelijk had hij 100%. - Nu, Hein, heel veel hartelijks van ons beiden, en wie weet of we elkaar niet gauw terugzien?

Een hand van steeds je

E.

4994Vgl. 3269 laatste alinea.
4995Ter Braak kreeg het manuscript van Schandaal in Holland inderdaad toegezonden, van historische keuring door Romein zag DP echter af (zie Bw TB-DP 4, p. 194 en 200).
4996In ‘De beteekenis van Multatuli’ (Bataviaasch nieuwsblad van 27 oktober 1937;) schreef DP naar aanleiding van de herdenking van J.P. Coen: ‘Als onze tijd voortgaat zoo smachtend uit (of om) te zien naar “sterke mannen”, zal men ook nog heel wat te kluiven hebben aan De Ruyter en Daendels en natuurlijk H.C. Zentgraaff.’ (passage niet in Multatuli, Tweede pleidooi en Vw 4).
4997J.L. Boender, Is. Querido en het begrip literatuur. Maastricht 1927.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie