E. du Perron
aan
C. de Hart

Bergen, 20 oktober 1939

Bergen-binnen, 20 Oct. '39,

Zeer geachte heer De Hart,

Ik was 3 dagen in het Mult. museum en werkte bijna aan één stuk 's morgens en 's avonds. Gisteravond was ik klaar - voorloopig althans - en vanmorgen keerde ik naar Bergen terug. Het speet mij dat ik den heer Van der Bijll gisteravond niet zag om hem te danken. U dank ik hierbij voor de ‘gastvrijheid’. Ik heb veel overgeschreven en hoewel er niets ècht nieuws bij was, dat op zichzelf van veel beteekenis is, het geheel is een aardige reeks curiosa en als completeering zeer de moeite waard. In 't bizonder een vriendschapp. briefwisseling tuss. Mult. en Brest v. Kempen6259 op den dag zelf waarop Mult. ontslag vraagt in Lebak, - iets dat zich al heel slecht laat rijmen met de klassieke lezing van 't geval, maar de data (27, 29, 30 Maart 1856) zijn onverbiddelijk!

Ik zin op de juiste vorm om dit gepubliceerd te krijgen. Het zal niet makkelijk zijn.

Hoorde u nog wat van die zg. Nieuwe Gidsers? Ze hebben juist Van Deyssel geeërd... als fascist of daaromtrent. Die mijnheer Haighton, iemand die even erbarmelijk denkt als schrijft, en die facist is, zwaait daar nu de scepter. Hoe heeft hij u gelezen, deze prulscribent?

Ik hoop u later nog te zien, misschien gauwer dan ik nu denk. Ik blijf nu een tijdje hier in Bergen (Nesdijk 19) om wat te werken.

Met vriendelijke groeten, gaarne uw

EduPerron

6259Zie De bewijzen uit het pak van Sjaalman, p. 57-59 en 63-67 (De man van Lebak, Vw 4, p. 332-335 en 340-345; Multatuli, Volledige werken IX. p. 573, 578 en 591-595).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie