E. du Perron
aan
F. van Ermengem

Parijs, 25 december 1935

Parijs, 25 December.

Geachte Heer,

Van uw tweeden brief af heb ik mogen merken, inderdaad, dat deze geschiedenis zoo ergerlijk7562 voor u was, - en aangezien dit er niet op schijnt te verminderen, geloof ik dat het, daarom alleen al, zoowel voor u als voor mij verstandiger is er tijdig mee uit te scheiden. Het kan niet alléén aan de correspondentie liggen; ik denk dat het, literair en menschelijk, op een ‘incompatibilité d'humeurs’ tusschen ons neerkomt. Ondanks mijn eersten brief, die, meen ik, duidelijk genoeg was, hebt u zich misschien ook ideeën gevormd over dit vertaalwerk, waarvan het dan weer mijn schuld niet is wanneer zij niet met de werkelijkheid kloppen.

Ik heb nu bovendien van mijn kant geïnformeerd naar betaling van vertaalwerk hier, en het blijkt mij dat de Nouvelle Revue Française voor een boek als het mijne (ik heb het daarop laten nazien) 3000 (fransche) francs maximum betaalt, voor een definitieve vertaling, zonder verdere percentages. Terwijl het, gegeven uw verhouding tot mijn hollandsch7563 - om de kwestie van het fransch buiten beschouwing te laten - volstrekt onmogelijk zou zijn om een vertaling van uw hand zonder verdere revisie aan den drukker te geven. Ik zeg u dit niet om u onaangenaam te zijn, en te minder waar u het zelf erkent, maar om aan te stippen dat uw gekwetstheid als vertaler, uw ergernis over het feit dat niet u de literaire verantwoording draagt, enz. niet bizonder gefundeerd zijn.7564 Het feit dat u als Vlaam niet erg vertrouwd is met mijn hollandsch is evenmin mijn schuld, bedoel ik, als het uw schuld is dat Pia naar Lyon vertrekt.

Het was allerminst mijn bedoeling u te beschoolmeesteren; als u dit verondersteld hebt ligt de fout bij u. Terwijl u mij, alsof u voor de klas stond, hebt meenen te moeten uitleggen wat vertalen is en er zelfs de linguistiek bij gehaald hebt! Ik weet niet of dit alles uit uw ergernis voortkwam, maar het is een onfeilbare methode, dit merk ik langzaam maar zeker, om die ergernis op mij over te dragen.

Uw opmerkingen over wat mij voegt als auteur en welke opofferingen ik mij daarvoor heb te getroosten laat ik daar; maar wat Pia betreft kan ik u althans verzekeren dat het voordeel voor hem om als eenige vertaler op het omslag te staan fictief is, gegeven het feit dat hij dit voordeel kan hebben zooveel hij het verlangt en dat hij op diverse omslagen in ‘voordelige rollen’ heeft gestaan.7565 - Uw veronderstelling dat het doen volgen van uw naam door ‘revu par l'auteur et X.’ een publieke bekentenis van onmacht zou zijn, is onjuist; ik verwijs u naar de vertalingen van Ulysses en Don Segundo Sombras;7566 zooiets maakt hier alleen een indruk van conscientieusheid en beter werk, waaraan ook u dan uw deel hebben zou. Te meer waar het hier een veel minder courante taal betreft, als nederlandsch.

Uw preciseering: 1000 belg. frs. vanaf het 500e verkochte ex., uit te betalen als 1% van de auteursrechten, wil ik in beginsel best aanvaarden. Hoewel - ook dit weet ik nu - de door mij veronderstelde 12% optimistisch waren, want de N.R.F. bijv. zou hoogstens 10% geven (waarvan 2½% dus naar mijn holl. uitgever zouden gaan).

Schrijft u mij hierna dus nogmaals hoe u er nu tegenover staat en of het niet beter is verdere ergernissen te vermijden. Geloof mij, tot nader order, uw dw.

EduPerron

7562Van Ermengem schreef DP op 24 december 1935 dat hij vierentwintig uur had gewacht met het beantwoorden van DP's brief 4256 om de scherpte van zijn reactie wat af te kunnen zwakken. Zie ook de brief van 25 december 1935 aan Greshoff
7563Op 15 december 1935 had Van Ermengem geschreven dat DP's Hollandse woordenschat hem als Vlaming weinig vertrouwd was.
7564Van Ermengem beklaagde zich dat hij alleen maar de technische vertaler was.
7565Van Ermengem had zich opgewonden over de verwijzing naar de positie van DP en Pia in 4256. DP kwam er beter af volgens hem, want hij zou naambekendheid verwerven en Pia eveneens als de vertaler.
7566Ulysses van James Joyce werd in het Frans vertaald als Ulysse door Auguste Morel met medewerking van Stuart Gilbert, geheel herzien door Valery Larbaud onder toezicht van de auteur (Parijs 1929); de roman Don Segundo Sombra van de Argentijn Ricardo Güraldes verscheen in 1930 in de vertaling van J. Slauerhoff en R. Schreuder.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie