E. du Perron
aan
S. Vestdijk

10 oktober 1939+

beschamende lectuur.

‘Schandaal in Holland,’ door

E. Du Perron - Uitg. H.P. Leopold.

Du Perron's ‘Schandaal in Holland’ is een historische roman en behandelt het leven van Willem en, speciaal, Onno Zwier van Haren. Het is tevens een uiterst onsmakelijk boek.

De onsmakelijkheid overvalt den lezer omstreeks bladzijde 100. Voordien beteekent het werk weinig meer dan een geschiedenisles: de auteur vertelt van den regententijd en de periode van Willem den Vierden in een trant die niet beter is dan het verhaal van een goed soort middelbaren leeraar voor zijn klas - met dien verstande dat hier en daar een precieuze, geforceerde zinsconstructie het besef wakker houdt, dat we met ‘Kunst’ te doen hebben - en van een ‘roman’ is in dit gedeelte al zeer weinig sprake. De gebeurtenissen volgen elkander, onbewogen voortgaand, op, en ternauwernood één figuur begint te leven of wordt een karakter.

Dan verschijnt plotseling de genoemde onsmakelijkheid, in den vorm van Onno's, overigens kwestieuze, zedenmisdrijf, en de auteur wordt iets opgewekter. Hij laat een van Onno's dochters pardoes het verhaal van 's vaders ontaarding doen - niets tevoren in dezen ‘roman’ heeft ook maar de geringste tendenz in deze richting geïndiceerd - en het tempo van het boek krijgt mèt dat verhaal een onverwachte levendigheid. Als goed modern Nederlandsch literator rakelt Du Perron met ijver en lust in allen achterklap en gesmoes waarmee de treurige historie omgeven is, en het kan den lezer opeens duidelijk zijn waarom het boek überhaupt geschreven werd: wij likkebaarden om een schandaal. De schrijver heeft thans zijn prikkel en schrijft leesbare bladzijden; later, over Onno's ouderdom, zelfs mooie.

Met dat al is het wel een zéér triest teeken voor de vitaliteit van een artiest, dat hij prikkels van dit soort behoeft om op gang te komen. Nog beschamender wordt dat feit, wanneer men hem, in een noot aan 't einde van het boek, zichzelf uiterst voldaan op de borst ziet kloppen, terwijl hij zijn product in één adem noemt met... Shelley's ‘Cenci’.7800 En beangstigend wordt het wanneer men in diezelfde noot leest, dat dit verhaal een eerste episode is van een reeks. Beangstigend, want Du Perron heeft blijkbaar nog een heele trommel vieze geschiedenissen in petto en hij gaat ze ons allemaal als ‘Kunst’ vertellen.

+Artikel uit De telegraaf van 4 oktober 1939 (av.) geplakt op briefkaart 4302
7800In de ‘Noot’ op p. 213 van Schandaal in Holland (Vw 3, p. 688) had DP eendissertatie uit 1931 aangehaald, waarin de achttiende-eeuwse belangstelling voor het geval-Van Haren een onsmakelijke onkiesheid werd genoemd. DP schrijft: ‘Het drama van de Cenci's had ook nooit opgerakeld moeten worden.’ Hij noemde Shelley's toneelstuk niet en dacht vermoedelijk aan Stendhals prozabewerking ‘Les Cenci’ in Chroniques italiennes, vgl. 3577 n 2 (Brieven VIII, p. 10).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie