Nawoord van de redactie bij 4300 in Het vaderland, 5 oktober 1939 (ocht.).

Gaarne geven wij den heer du Perron gelegenheid zijn bezwaren uiteen te zetten, waartegenover wij echter ons de vrijheid moeten voorbehouden zijn zienswijze niet te deelen. Het lijkt ons overbodig nu weer opnieuw te gaan uiteenzetten, waarom wij de benaming ‘Indonesië’ en ‘Indonesiër’ onjuist achten.

Ook de regeering heeft in de jongste Volksraadszitting nog eens verklaard niet te kunnen toegeven aan den aandrang van nationalistische zijde om Ned. Indië en Inheemschen door de genoemde woorden te vervangen. Met den besten wil kunnen wij overigens niet inzien wat er beleedigends zou schuilen in ‘Inheemschen’.

Aan den anderen kant kunnen wij ons echter voorstellen dat iemand, die de benamingen Indonesië en Indonesiër meent te moeten gebruiken, het minder aangenaam vindt dat men hem bij de weergave van een interview andere woorden in den mond legt, en dat hij er prijs op stelt, dit te doen uitkomen.

Red.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie