[p. 22]

De nieuwe moord van Raamsdonk

 
Men had de man vermoord, hij was
 
bezitter van een hoeve.
 
En toen zijn jonge vrouw vermoord,
 
die hulp had willen roepen.
 
 
 
En toen hun dochtertje vermoord,
 
van even zeven jaren.
 
Haar bedje was doorweekt van bloed,
 
haar peluwtje vol scheuren.
 
 
 
Ten slotte nog de hond vermoord,
 
de hond had scherpe tanden.
 
Een groot portret van de andere drie
 
stond schrap in alle kranten.
 
 
 
De vrouw was ietwat krom, de man
 
besnord, kaal, bruut van poten.
 
Het meisje had de fronsblik van
 
beginnende idioten.