9. (2015) E. du Perron aan J. Gans: Parijs, 22 maart 1934

Parijs, 22 Maart '34

 

Beste Gans,

Ik was zeer blij met je brief, niet zozeer om den inhoud, alswel omdat ik nu weer van je hoorde. Ik heb dikwijls aan je gedacht; maar je communistische activiteit, dacht ik, liet je geen tijd voor ander ‘verkeer’. En bovendien zit ik van mijn kant tot over de ooren in het werk, gewoon om het hoofd boven water te houden. Op het oogenblik is het dan die vertaling,39 die me veel inspanning kost.

Op den inhoud van je brief zou ik uitvoerig willen ingaan, maar mondeling, niet zoo per brief en tusschen de bedrijven door, zooals ik tegenwoordig al mijn correspondentie moet afdoen. Ik kan mijn reactie erop toch wel in één zin samenvatten: dat ik weer eens gemerkt heb hoezeer Nietzsche gelijk heeft waar hij aanraadt om je vooral niet met de politiek in te laten. Misschien hebben we de keus niet: jij al lang niet en ik binnenkort. Maar het principe is gezond. Er is één ding dat mij telkens weer met wrevel vervult, als ik naar de gesprekken van politieke kameraden luister: de doorhebberigheid die in het vak onmisbaar is, het wantrouwen van de kameraden, het ‘Die is een

[p. 30]

vuilik, altijd geweest, en Die is langzamerhand een smeerlap geworden, en Die is het nog niet, maar zal het wel gauw zijn’. En daartegenover dan één of twee heilige namen, als symbolen van hoe-het-moet en hoe-het-kan-zijn; de onvermijdelijke Lenin boven alles!*

Mijn doorhebberigheid is, dat ik dit gedoe op zichzelf door heb, en sinds lang. Ik zou er ook in vervallen, als ik meedeed; hoe zou het anders? Het is in de literatuur al zoo; met politieke belangen, en wat daarachter schuil gaat, is het 100 x erger. Ik zeg niet dat je gelijk of ongelijk hebt in je reactie op Jef Last; maar aangenomen dat Last een Streber is, dan kan hij nog denken dat hij gelijk heeft, dat jij inderdaad een ‘scheurmaker’ bent (het woord is erg mooi), dat je een verkeerde ‘richting’ inslaat, enz. enz. Je voorbeeld van Tsjen is politiek gesproken fataal: Tsjen is essentieel een onpolitiek iemand - als wschl. alle terroristen.40 Een geboren terrorist is iemand die door de revolutie gebruikt wordt, die in wezen zijn eigen menschelijk drama uitleeft. Er is iets daarvan in Trotsky, - maar dan beheerscht door een zeer superieure, en dus ook politiek volwaardige, intelligentie.

Ik ben benieuwd naar je open brief aan Joessoef Djoegalsjwili;41 maar na wat je me nu schreef, interesseer ik mij voor jou nòg meer individueel, nòg minder in het collectieve verband als eerder. Als je hier komt, verzuim dan niet me op te zoeken. Na allerlei omzwervingen (en telkens een andere vorm van wonen) zitten we nu weer op een ‘eigen’ kamer, 1/3 van wat we in Bellevue hadden. Adres: 17bis rue Erlanger, Paris 16.

Ik amuseer me veel meer met Victor E. van Vriesland, mijn goede vriend, dan hij zich met mijn z.g. ‘belachelijke dilettantenhouding’ t.o.v. de revolutie. Hij is orthodox marxist, als je hem gelooven wilt. Maar ik geloof hem volstrekt niet en neem zijn m.i. oneerlijke intellectueelen-adhesie geen oogenblik au sérieux; je kunt hem dit zeggen als je hem weer spreekt, want èn Marsman èn ik hebben het hem persoonlijk gezegd. Zijn ‘ik ben het met u eens’ tegenover jou, wil niets anders zeggen dan ‘ik, met mijn eerbied voor alle specialisten, vind dat u zich serieus met dit vraagstuk hebt beziggehouden en du P. geenszins’. Dit belet niet dat jij meer hebt aan mijn manier van mij uitdrukken, dan aan zijn goedkeuring van 5½ duit. Ik heb nog altijd veel sympathie voor hem, maar vind dat hij zich - misschien vooral sinds hij zijn verantwoordelijke positie aan de N.R.C. au sérieux is gaan nemen - op een idiote manier als specialist ontwikkelt: specialist in tooneelzaken, revolutie, etc. etc.

[p. 31]

Ik geloof dan ook geen oogenblik dat jouw brief aan mij een toenadering beteekent. ‘Menschelijk’ was die toenadering niet eens noodig; ‘revolutionair’ staan we nog even ver van elkaar. En dat doet er ook niets toe, voor zoover het mijn gevoelens betreft. De dag dat ik orthodox marxist of communist word, zal ik mij op een andere manier engageeren dan mijn goede vriend Van Vriesland. In afwachting van die noodzakelijkheid heb ik nog altijd even veel afkeer van dit gedoe, en een brief zooals jij mij er een schreef maakt het er niet beter op. De behandeling die jij nu van - laat ons zeggen Last, hebt ondervonden, is in het zéér klein de behandeling van kameraad Trotsky door kameraad Stalin; ik geloof en weet die dingen instinctief, en ben dus ‘revenu sans avoir été’. Dat je daarom ook maar erover zou dènken om troost in de schoot van de moederkerk te zoeken, lijkt mij krankjorem; je hebt het niet noodig om op Rimbaud te steunen, om niets te voelen voor dit soort lafheid.

Idioot dat ik je dit alles op deze manier schrijf, maar ik heb mijn pen nu eenmaal laten gaan. Maar met je praten zou mij 100 x liever zijn.

Ken je hier in Parijs de communistische groep die ‘les dissidents’ wordt genoemd en die kritisch tegenover Moskou staat? Een van de voornaamste ‘ideologen’ ervan is Boris Souwarine42 (een naam aan Germinal van Zola ontleend, de man zelf heet Lipschitz, meen ik, en is Jood) Hij moet zeer sympathiek en zuiver zijn -(ik had er haast bij gezet: zoo lang het duurt). Als je hem zou willen kennen - misschien ken je hem al? - ken ik misschien wel een weg, via een anderen communist met wien ik ‘bevriend’ ben. Het zou kunnen zijn dat je genoeg krijgt van Holland en de verdachtmakingen daar en dat je liever weer eens hier komt om te zien of je je liier niet kunt aansluiten bij kameraden van een andere mentaliteit.

Hoe is het afgeloopen met die historie die je op het politiebureau heeft gebracht toen je nog maar pas in Holland was?43

Ik neem hier afscheid van je, om me weer voor mijn dagelijksche karrewei te spannen. Geloof me steeds hartelijk je

 

EduP.

 

Toch zijn er natuurlijk situaties in het politieke leven, waarbij de houding van één man je verzoent met het gemoerneuk van 100.000 meer of minder slimme politici, klein en groot: zoo'n vent als Dimitrov44 bijv. vervult me met 100%

[p. 32]

bewondering en sympathie. Maar wat een modderbaden, dag aan dag, vóór je aan zoo'n vent en zoo'n situatie toe bent.

39Du Perron maakte een vertaling van Malraux' La condition humaine. De vertaling verscheen in 1934 bij de Wereldbibliotheek onder de titel Het menschelijk tekort.
*De naam Lenin is langzamerhand een Fosterzalf geworden tegen alle revolutionaire aambeien: dit doet natuurlijk niets aan zijn revolutionaire waarde af, maar het zalfje zou mij niet meer helpen als ik revolutionair was.
40Hong idem - maar Tsjen is een beter uitgewerkt voorbeeld.
41De oorspronkelijke naam van Jozef Stalin luidde Josef (Josif) Dzjoegasjvili. De open brief verscheen onder de titel Open brief Het bankroet der 3e internationale als no. 2 in de serie ‘Internationale problemen’ in april 1934 bij boek- en brochurehandel ‘De Roode Vlag’ te Zaandam, een aan Henk Sneevliets Revolutionair Socialistische Partij gelieerde uitgever.
42Boris Souvarine eig. Lipschitz of Lifsic (1895-1984). Pools trotskist die na zijn vlucht uit Rusland werd genaturaliseerd tot Fransman. Schreef Staline. Aperçu historique du bolchevisme.
43Zie noot 10.
44Georgi Dimitrov (1882-1949) was een van de vier Bulgaarse communistische verdachten in het in 1933 in Duitsland gehouden proces over de brandstichting in het Rijksdaggebouw. De welbespraakte Dimitrov trad op als woordvoerder en bracht tijdens het proces de aanklager regelmatig in verlegenheid.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie